- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen – Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening – Plan-MER – Stadsontwikkelingsprojecten – SEA-Richtlijn – Exceptie van onwettigheid
Volume 19 : 4
Overheidsopdrachten – Rechtspraakoverzicht Raad van State 2018-2020
Prejudiciële vraag – Rechtstreekse vordering onderaannemer tegen bouwheer (art. 1798 oud BW) – Toegang aannemer tot rechter – Gedwongen tussenkomst – Rechtsmisbruik – Geen schending
Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen – Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening – Plan-MER – Stadsontwikkelingsprojecten – SEA-Richtlijn – Exceptie van onwettigheid
1. Dienstenconcessie – Miskenning mededingingsbeginsel – Miskenning gelijkheids- en transparantiebeginsel – Bepaling van openbare orde – Ongeoorloofd voorwerp – Absolute nietigheid van aldus gesloten overeenkomst 2. Schadevergoedingscontentieux – Vervanging door de rechter van de foutieve gedraging door zijn rechtmatig alternatief – Bewijs van oorzakelijk verband tussen de fout van het niet uitvoeren van een marktbevraging en de beweerde schade niet geleverd
Art. 23 Onteigeningswet 17 april 1835 – Vordering tot wederoverdracht – Verjaringstermijn – Niet-realisatie van het onteigeningsdoel
Woningbouwwet – Overdracht van eigendom grond en opstallen – Overdracht van kwalitatieve rechten – Voorlopige oplevering doet niet ter zake
Overheidsopdracht – Aanneming van werk – Beoordeling regelmatigheid offerte – Abnormale prijzen – Prijsonderzoek (Art. 110, § 4, KB Overheidsopdrachten 8 januari 1996) – Beoordelingsvrijheid bestuur – Niet in de plaats stellen van het bestuur – Controle van motieven van verwerping
Controle deskundigenonderzoek – Bevel tot tenuitvoerlegging consignatieverplichting (art. 989 Ger.W.) – Trekken van conclusies door de controlerechter
1. Stilzwijgende berusting in rechterlijke beslissing – Bewijslast – Bijzondere omstandigheden 2. Overheidsopdracht – Aanneming van werk – Beoordeling regelmatigheid offerte – Abnormale prijzen – Prijsonderzoek (KB Plaatsing 2011) – Ruime beoordelingsvrijheid aanbestedende overheid – Marginale toetsing rechter
Private of openbare weg – Publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang (bewijslast) – Termijn verkrijgende verjaring – Overheidsaansprakelijkheid
Vereffening-verdeling van huwgemeenschap – Verkoop van onroerend goed (gezinswoning) – Betwisting inzake wijze van verkoop: openbaar (via ‘Biddit’) of onderhands
Overheidsopdrachten – Rechtspraakoverzicht Raad van State 2018-2020
Prejudiciële vraag – Rechtstreekse vordering onderaannemer tegen bouwheer (art. 1798 oud BW) – Toegang aannemer tot rechter – Gedwongen tussenkomst – Rechtsmisbruik – Geen schending
Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen – Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening – Plan-MER – Stadsontwikkelingsprojecten – SEA-Richtlijn – Exceptie van onwettigheid
1. Dienstenconcessie – Miskenning mededingingsbeginsel – Miskenning gelijkheids- en transparantiebeginsel – Bepaling van openbare orde – Ongeoorloofd voorwerp – Absolute nietigheid van aldus gesloten overeenkomst 2. Schadevergoedingscontentieux – Vervanging door de rechter van de foutieve gedraging door zijn rechtmatig alternatief – Bewijs van oorzakelijk verband tussen de fout van het niet uitvoeren van een marktbevraging en de beweerde schade niet geleverd
Art. 23 Onteigeningswet 17 april 1835 – Vordering tot wederoverdracht – Verjaringstermijn – Niet-realisatie van het onteigeningsdoel
Woningbouwwet – Overdracht van eigendom grond en opstallen – Overdracht van kwalitatieve rechten – Voorlopige oplevering doet niet ter zake
Overheidsopdracht – Aanneming van werk – Beoordeling regelmatigheid offerte – Abnormale prijzen – Prijsonderzoek (Art. 110, § 4, KB Overheidsopdrachten 8 januari 1996) – Beoordelingsvrijheid bestuur – Niet in de plaats stellen van het bestuur – Controle van motieven van verwerping
Controle deskundigenonderzoek – Bevel tot tenuitvoerlegging consignatieverplichting (art. 989 Ger.W.) – Trekken van conclusies door de controlerechter
1. Stilzwijgende berusting in rechterlijke beslissing – Bewijslast – Bijzondere omstandigheden 2. Overheidsopdracht – Aanneming van werk – Beoordeling regelmatigheid offerte – Abnormale prijzen – Prijsonderzoek (KB Plaatsing 2011) – Ruime beoordelingsvrijheid aanbestedende overheid – Marginale toetsing rechter
Private of openbare weg – Publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang (bewijslast) – Termijn verkrijgende verjaring – Overheidsaansprakelijkheid
Vereffening-verdeling van huwgemeenschap – Verkoop van onroerend goed (gezinswoning) – Betwisting inzake wijze van verkoop: openbaar (via ‘Biddit’) of onderhands
Jaar
2021
Volume
19
Nummer
4
Pagina
256
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad voor Vergunningsbetwistingen, 21/01/2021
Referentie
“Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen – Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening – Plan-MER – Stadsontwikkelingsprojecten – SEA-Richtlijn – Exceptie van onwettigheid”, T.B.O. 2021, nr. 4, 256-266
Samenvatting
Nadat een eerdere vergunning voor een analoog project werd aangevochten voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen (verder “de Raad”), dient verzoekende partij op 19 november 2018 een nieuwe aanvraag in voor het regulariseren van de oprichting van een meergezinswoning met vijf woongelegenheden, een tuinberging en garage voor vier wagens en twee niet-overdekte parkeerplaatsen en aanpassingswerken aan een penant. Het schepencollege van de stad Aalst, tevens eerste tussenkomende partij, weigert op 4 februari 2019 een omgevingsvergunning. Tegen deze beslissing tekenen onder andere verzoekende partij en tweede tussenkomende partij, mede-eigenaar van de meergezinswoning, op 5 maart 2019 administratief beroep aan bij verwerende partij. Verwerende partij verklaart het beroep op 23 mei 2019 ongegrond en weigert een omgevingsvergunning vanwege de strijdigheid van de aanvraag met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake meergezinswoningen (GSVM). Verzoekende partij voert voor de Raad de exceptie van onwettigheid aan ten aanzien van de GSVM en stelt dat deze verordening overeenkomstig artikel 159 Gw. buiten toepassing moet worden gelaten omdat er in het kader van de totstandkoming hiervan geen milieubeoordeling is gebeurd conform de SEA-Richtlijn en artikel 4.2.3 DABM. Ter ondersteuning hiervan wijst verzoekende partij op het arrest van het Hof van Justitie van 7 juni 2018 in de zaak C-671/16 (Inter-Environnement Bruxelles). De Raad oordeelt dat verzoekende partij niet op afdoende en overtuigende wijze aantoont dat de GSVM het karakter heeft om mogelijk aanzienlijke milieueffecten te veroorzaken en dat uit de aard van het geheel aan voorschrift en voortvloeit dat er sprake is van een voldoende kaderstellend ‘plan of programma’ in de zin van de SEA-Richtlijn en het DABM.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!